Rechtsgebieden
Arbeidsrecht bij de overheid
Het arbeidsrecht bij de overheid is procedureel en inhoudelijk dermate gewijzigd dat overheidswerkgevers en overheidswerknemers bezig zijn om tot een nieuw evenwicht te komen. Aanleiding hiervoor is de per 1 januari 2020 in werking getreden Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra). Deze wet heeft de rechtspositie van ambtenaren ingrijpend gewijzigd.
Voor wie geldt de Wnra?
Het overgrote deel van de ambtenaren wordt sinds de inwerkingtreding aangemerkt als werknemer in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Hiermee is de eenzijdige publiekrechtelijke aanstelling voor deze groep ambtenaren gewijzigd in een tweezijdige civiele arbeidsovereenkomst. Een belangrijke groep voor wie de publiekrechtelijke aanstelling blijft gelden zijn medewerkers van de politie, defensie, rechters, officieren van justitie en politieke ambtsdragers. De Wnra geldt ook voor medewerkers van overheidswerkgevers die reeds een arbeidsovereenkomst hadden, zoals medewerkers van de Sociale Verzekeringsbank, De Nederlandse Bank, het CBR, CBS en UWV.
Collectieve arbeidsovereenkomsten vervangen het Algemeen Rijksambtenarenreglement
Een ander gevolg is dat de rechtspositieregelingen, zoals het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR), zijn komen te vervallen. In ruil daarvoor zijn veel (semi)publieke instellingen met vakbonden een collectieve arbeidsovereenkomst overeengekomen.
Een jaar na inwerkingtreding
Met deze wijzigingen is nog geen nieuw evenwicht ontstaan gezien overheidswerkgevers en overheidswerknemers nog bezig zijn te ervaren waartoe dit nieuwe kader hen brengt bij individuele zaken als belonen, beoordelen, functioneren en ontslag. Maar ook bij collectieve onderwerpen, zoals gewijzigde verhoudingen met vakbonden en ondernemingsraden, is de zoektocht naar een nieuwe balans nog niet voltooid. De van oudsher gespecialiseerde advocaten van Rutgers & Posch, in zowel het arbeidsrecht als het ambtenarenrecht, adviseren geregeld bij alle aspecten van het arbeidsrecht bij de overheid.