Het demissionaire kabinet heeft een pakket arbeidsmarkthervormingen gepresenteerd dat wijzigingen introduceert op het gebied van flexibele arbeidsrelaties, verzekeringen voor zelfstandigen en werknemersbescherming. De maatregelen, die samen met de Rijksbegroting op Prinsjesdag (17 september 2025) zijn gepresenteerd, zullen de komende jaren belangrijke aspecten van het Nederlandse arbeidsrecht herzien. De voorstellen zijn erop gericht de bescherming van kwetsbare werknemers te versterken, terwijl er ruimte blijft voor ondernemerschap en flexibele inzet van personeel. Hieronder volgt een globaal overzicht van de belangrijkste voorgestelde wijzigingen.
Met de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober a.s. rijst bij werkgevers mogelijk de vraag in hoeverre zij deze hervormingsvoorstellen op dit moment nauwgezet moeten volgen. Hoewel het huidige demissionaire kabinet een ambitieus pakket heeft gepresenteerd, is het van belang te benadrukken dat het vooralsnog slechts om voorstellen gaat. Deze dienen eerst beide Kamers der Staten-Generaal te passeren en in het Staatsblad te worden gepubliceerd voordat zij wetgeving worden. Derhalve zijn op dit moment geen directe maatregelen van werkgevers vereist. Het is echter raadzaam het wetgevingsproces nauwlettend te volgen, aangezien de hervormingsrichting – met name richting meer werknemersbescherming en duidelijkere regels voor flexibel en zelfstandig werk – door meerdere politieke partijen wordt gesteund. Ook indien de specifieke invulling na de verkiezingen wijzigt, is het onwaarschijnlijk dat de algemene trend richting strengere regulering wordt teruggedraaid. Zodra de definitieve wetgeving is vastgesteld en een handhavingstermijn is aangekondigd, zal voor werkgevers duidelijk zijn wanneer en op welke wijze zij moeten voldoen. Tot die tijd is waakzaamheid, en niet handelen, de aangewezen strategie.
Nulurencontracten en tijdelijke arbeid
Een van de belangrijkste hervormingen betreft de afschaffing van nulurencontracten. Werkgevers zullen in plaats daarvan verplicht worden zogenoemde ‘bandbreedtecontracten’ aan te bieden, waarin een vast minimum- en maximumaantal uren wordt vastgelegd. Dit model is bedoeld om inkomenszekerheid en voorspelbaarheid voor werknemers te vergroten, terwijl werkgevers enige flexibiliteit behouden. De huidige praktijk waarbij werkgevers de keten van tijdelijke contracten na een onderbreking van zes maanden kunnen verlengen, wordt eveneens afgeschaft. Voortaan geldt een minimale onderbrekingsperiode van vijf jaar voordat een nieuwe keten van tijdelijke contracten kan aanvangen, tenzij een sectorale cao anders bepaalt.
Vergunningsstelsel voor uitzendbureaus
Een andere belangrijke maatregel is de invoering van een vergunningsstelsel voor uitzend- en bemiddelingsbureaus op grond van de aanstaande Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WttA). Naar verwachting treedt deze wet in werking per januari 2027, met handhaving vanaf 2028. Alle arbeidsbemiddelingsbureaus zullen een officiële vergunning moeten verkrijgen. Het doel is de naleving van arbeidsnormen te verbeteren, uitbuiting tegen te gaan en te waarborgen dat ondernemingen uitsluitend met gecertificeerde bureaus werken.
Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen
Ter bestrijding van inkomensonzekerheid onder zelfstandige beroepsbeoefenaars is het voornemen een verplichte, op lange termijn gerichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zelfstandigen in te voeren. Volgens het voorstel worden de premies inkomensafhankelijk en zijn de uitkeringen gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Zelfstandigen die reeds over een vergelijkbare particuliere verzekering beschikken of onder de WIA verzekerd zijn, kunnen zich onttrekken aan de verplichting. De maatregel beoogt een basisvangnet te creëren, met behoud van ondernemingsvrijheid.
Duidelijker toetsingskader arbeidsrelatie voor zzp’ers
De langlopende discussie over de kwalificatie van arbeidsrelaties wordt verduidelijkt via een herzien Wetsvoorstel Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (Wet VBAR). Het nieuwe systeem introduceert een gestructureerde toets om te bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst of zelfstandige opdracht. Tevens geldt een rechtsvermoeden van werknemerschap voor iedereen die minder dan €36 per uur verdient, waarmee lager betaalde zelfstandigen meer rechtsbescherming krijgen.
Aanpassingen in werkloosheids- en verlofregelingen
De voorgenomen verkorting van de maximale duur van de WW-uitkering van 24 naar 18 maanden is uitgesteld tot 2028, aangezien het UWV heeft aangegeven deze wijziging niet eerder te kunnen implementeren. Tevens beoogt de overheid het zorgverlof te vereenvoudigen door kortdurend en langdurend zorgverlof samen te voegen tot één categorie: mantelzorgverlof. Dit moet de aanvraagprocedure vereenvoudigen en administratieve lasten verminderen.
Nieuwe regels bij langdurige ziekte en transitievergoeding
Vanaf 2028 wordt het medisch oordeel van de bedrijfsarts leidend bij de beoordeling van re-integratie-inspanningen bij langdurig zieke werknemers. Deze wijziging is bedoeld om geschillen te verminderen en meer rechtszekerheid te bieden aan zowel werkgevers als werknemers. Daarnaast komen vanaf 1 juli 2026 uitsluitend nog kleine werkgevers met minder dan 25 werknemers in aanmerking voor overheidscompensatie bij betaling van de wettelijke transitievergoeding aan werknemers die wegens langdurige arbeidsongeschiktheid worden ontslagen. Grotere werkgevers dragen deze kosten volledig zelf.
Versterking van het cao-stelsel
Tot slot onderzoekt de overheid hoe het Nederlandse cao-stelsel kan worden versterkt, met aandacht voor betere dekking, handhaafbaarheid en aanpasbaarheid in het licht van arbeidsmarktfragmentatie en de toename van flexibel werk. Ook worden opties verkend om de onafhankelijkheid van vakbonden te vergroten.