Op 28 maart 2025 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waarin de arbeidsrechtelijke omkeringsregel centraal stond.
Feiten
Een werkneemster trad op 15 september 2017 in dienst bij Samsung Electronics Air Conditioner Europe B.V. (Samsung) als ‘head of product management’. In 2018 werd zij aangesproken op haar aanvallende communicatiestijl. Vanaf 1 februari 2019 veranderde haar rapportagelijn van de CEO (A) naar de VP (B), waartegen zij herhaaldelijk bezwaar maakte. Uiteindelijk diende de werkneemster een klacht in tegen B in wegens intimidatie en pestgedrag. Nadat zij van nog zes incidenten melding had gemaakt, werd een formeel klachttraject gestart, die leidde tot de conclusie dat het (slechts) om zakelijke meningsverschillen ging. Kort daarna meldde de werkneemster zich ziek. Zij stelt een burn-out en depressie te hebben opgelopen door de werkomstandigheden en vordert schadevergoeding wegens schending van de zorgplicht door Samsung.
Rechtsregel
Op grond van artikel 7:658 BW kan een werkgever aansprakelijk worden gehouden voor schade die een werknemer lijdt tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden, tenzij de werkgever kan aantonen dat hij zijn zorgplicht is nagekomen.
In het bewijsrecht geldt als hoofdregel: wie stelt, bewijst. Dit betekent dat diegene die een bepaalde stelling inneemt, ook de bewijslast draagt om die stelling te onderbouwen. In het arbeidsrecht bestaat hierop een belangrijke uitzondering gemaakt, namelijk de zogenoemde arbeidsrechtelijke omkeringsregel. Deze speelt een belangrijke rol bij de verdeling van de stelplicht en bewijslast tussen werknemer en werkgever bij arbeidsongevallen of werkgerelateerde gezondheidsklachten.
De omkeringsregel houdt in dat, wanneer een werknemer tijdens zijn werkzaamheden is blootgesteld aan omstandigheden die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid, en hij schade oploopt die daar redelijkerwijs een gevolg van kan zijn, het causaal verband tussen die omstandigheden en de schade in beginsel wordt aangenomen. De bewijslast verschuift dan naar de werkgever, die moet aantonen dat hij alle redelijkerwijs te vergen maatregelen heeft genomen om die schade te voorkomen. In afwijking van de hoofdregel rust de bewijslast met betrekking tot het causaal verband in dergelijke gevallen dus niet op de werknemer.
Procesverloop
Zowel de rechtbank als het hof oordeelden dat de zes incidenten met B en de overige omstandigheden op de werkvloer niet als objectief schadelijk konden worden beschouwd. Er is niet komen vast te staan dat de werkneemster werkzaamheden heeft moeten verrichten onder omstandigheden die schadelijk waren voor haar gezondheid. Bij gebreke van dergelijke schadelijke werkomstandigheden heeft Samsung haar zorgplicht dienaangaande ook niet geschonden. De vorderingen van de werkneemster zijn dan ook afgewezen.
In cassatie klaagt werkneemster dat het hof het beoordelingskader van art. 7:658 BW heeft miskend en de arbeidsrechtelijke omkeringsregel onjuist heeft toegepast. Ook zou het hof hebben nagelaten de werkomstandigheden in samenhang te beoordelen op mogelijke schending van de zorgplicht. De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld, met als uitkomst dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest.
Conclusie
Dit arrest bevestigt opnieuw dat de omkeringsregel de bewijslast weliswaar kan verlichten, maar dat het nog altijd aan de werknemer is om voldoende gemotiveerd te stellen dat hij (gezondheids)schade heeft geleden én dat hij tijdens zijn werkzaamheden is blootgesteld aan omstandigheden die die schade redelijkerwijs kunnen hebben veroorzaakt.