Op 21 mei 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam) een belangrijke uitspraak gedaan betreffende een concurrentiebeding in de zaak tussen een werknemer en Verwater Group B.V. (Verwater). Deze uitspraak (ECLI:NL:RBROT:2024:4786), belichtbelangrijke aspecten van het concurrentiebeding en de afdwingbaarheid daarvan.
Wat was er aan de hand?
De werknemer trad op 20 mei 2019 voor bepaalde tijd als projectmanager in dienst bij Verwater. In artikel 14 van zijn arbeidsovereenkomst was bepaald dat een concurrentiebeding van toepassing zou worden zodra een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd werd aangegaan. Op 25 mei 2020 werd middels een addendum bij de arbeidsovereenkomst een overeenkomst voor onbepaalde tijd aangegaan waarin de werknemer expliciet werd gewezen op de toepasselijke bedingen, waaronder het concurrentiebeding.
Per 1 april 2024 trad werknemer in dienst bij X, een directe concurrent van Verwater. Verwater stelde dat het concurrentiebeding hierdoor was geschonden en eiste dat de werknemer zijn werkzaamheden bij X zou staken.
Wat was het oordeel van de kantonrechter?
De kantonrechter achtte het voldoende aannemelijk dat in een bodemzaak zou worden geoordeeld dat er een rechtsgeldig concurrentiebeding tot stand was gekomen, en overwoog als volgt:
- Voorwaardelijk beding: De kantonrechter stelde vast dat het concurrentiebeding pas van kracht werd bij de omzetting naar een contract voor onbepaalde tijd. Het was een beding onder voorwaarde, dat pas relevant werd bij de verlenging van de arbeidsovereenkomst.
- Schriftelijkheidsvereiste: Door de ondertekening van het addendum op 25 mei 2020, waarin de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd werd bekrachtigd en verwezen werd naar de eerder overeengekomen arbeidsvoorwaarden, was aan het schriftelijkheidsvereiste voldaan.
- Bewustzijn van de werknemer: Het verweer van de werknemer dat hij zich niet bewust was van de gevolgen van het concurrentiebeding werd niet gevolgd. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer zich had moeten verdiepen in de inhoud van het addendum alvorens akkoord te gaan.
- Bescherming van bedrijfsinformatie: Verwater maakte aannemelijk dat de werknemer door zijn managementfunctie toegang had tot specifieke en niet-openbare bedrijfsinformatie. Deze kennis kon de werknemer bij X benutten, wat een schending van het concurrentiebeding betekende.
De kantonrechter concludeerde dat de werknemer gehouden was aan het concurrentiebeding. Er was voldoende grond voor toewijzing van de vordering van Verwater. De kantonrechter achtte het aannemelijk dat de werknemer in een bodemprocedure tot betaling van een boete zou worden veroordeeld en wees daarom een voorschot van € 75.000 toe.
Wat is de wijze les?
Deze uitspraak onderstreept het belang van duidelijke afspraken over het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst en het bewustzijn van de consequenties bij omzetting naar een contract voor onbepaalde tijd. Werknemers moeten scherp zijn op dergelijke bedingen, en werkgevers dienen juridisch correcte formuleringen te hanteren om hun bedrijfsbelangen te beschermen.