Recente uitspraak rechtbank Midden-Nederland over overgang van onderneming bij ICT-contractwissel

20 maart 2024

In een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 14 februari 2024 (ECLI:NL:RBMNE:2024:749) oordeelde de rechter dat na een contractwissel tussen twee ICT-bedrijven inzake de datacenterdienstverlening van een bank geen sprake was van overgang van onderneming.

Overgang van onderneming

Omdat de rechten en verplichtingen van de bij de overgang van onderneming betrokken werknemers bij de overgang automatisch van de vervreemder op de verkrijger overgaan, is het voor zowel de vervreemder, de verkrijger als de betrokken werknemers relevant om te weten wanneer van een overgang van onderneming sprake is. Een overgang van onderneming doet zich voor wanneer (een gedeelte van) een onderneming als economische eenheid met behoud van haar eigen identiteit door middel van een overeenkomst, fusie of splitsing wordt overgedragen.

Om te bepalen of sprake is van een overgang van onderneming, moet worden nagegaan of de overgedragen onderneming haar identiteit heeft behouden. De relevantie van de omstandigheden aan de hand waarvan het identiteitsbehoud moet worden beoordeeld verschilt per sector. Bij ondernemingen in kapitaalintensieve sectoren is bij de beantwoording van de vraag of sprake is van identiteitsbehoud relevant of de (im)materiële activa worden overgenomen. Bij ondernemingen in arbeidsintensieve sectoren wordt bij de beantwoording van de vraag of sprake is van identiteitsbehoud waarde gehecht aan of een qua aantal en deskundigheid wezenlijk deel van de het personeel wordt overgenomen.

De uitspraak

Aan het oordeel van de rechtbank Midden-Nederland lag ten grondslag dat een opdracht inzake datacenterdienstbeheer en onderhoud wordt gekenmerkt door (het probleemoplossend vermogen van) het personeel van het ICT-bedrijf. Vanwege het arbeidsintensieve karakter van de ICT-werkzaamheden was de omstandigheid dat het personeel bij een contractswissel niet werd overgenomen een belangrijke indicatie dat van overgang van onderneming geen sprake was.

Procedureel interessant was de overweging dat niet alleen de bij de contractswissel betrokken werknemers, maar ook de vervreemder zelfstandig naleving kan vorderen van de regelgeving inzake overgang van onderneming. Deze bevoegdheid vloeit voort uit de omstandigheid dat de vervreemder ook gebaat is bij duidelijkheid ten aanzien van de arbeidsrechtelijke positie van die werknemers, mede omdat de vervreemder de verplichting heeft, om als goed werkgever, de werknemers omtrent hun rechtspositie voor te lichten en om hen inzicht te verschaffen in de te maken keuzes.