Of verplichte inlogtijd voor aanvang dienst als werktijd moeten worden gezien verschilt voorlopig nog van geval tot geval

14 november 2023

In onze nieuwbrief van juni 2023 berichtten wij dat het Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2023:738) heeft geoordeeld dat de 10 minuten opstarttijd voor een kantoormedewerker in een callcenter uitbetaald dient te worden. De werknemer diende fysiek in het kantoor aanwezig te zijn gedurende de 10 minuten opstarttijd. De werknemer kreeg in deze zaak in twee instanties gelijk en de werkgever moet de werknemer tot 5 jaar terug deze opstarttijd alsnog uitbetalen. De werkgever is tegen deze uitspraak van het Hof Den Haag in cassatie gegaan dus het is nog afwachten wat het oordeel van de Hoge Raad zal zijn over deze kwestie.

Bij deze uitspraak gaven wij aan dat de vraag of dergelijke opstarttijd daadwerkelijk betaalde arbeidstijd is, afhankelijk is van de omstandigheden van het geval (denk bijvoorbeeld aan het van toepassing zijn van een cao) en de contractuele afspraken met een werknemer. Nu blijkt uit een op 11 oktober jl. gepubliceerde uitspraak (ECLI:NL:RBDHA:2023:14542) van de kantonrechter Den Haag dat de werknemer in een soortgelijke situatie achter het net vist.

Een collega van hetzelfde callcenter heeft een vordering ingesteld voor uitbetaling van een verplichte inlogtijd van 15 minuten voor de dienst van de werknemer begint. De werkgever verzoekt werknemer – die in deze zaak vanuit huis werkt – een kwartier eerder in te loggen in diverse programma’s om bij de start van de dienst direct aan de slag te kunnen gaan met bellen. De kantonrechter gaat in dit geval niet mee in het verhaal van de werknemer dat de inlogtijd als werktijd gezien moet worden. Van belang acht de kantonrechter dat de werknemer in dit geval gewoon thuis was en in de ‘Work-at-Home overeenkomst’ van de werkgever vermeld stond dat het callcenter verwacht dat je een kwartier voor aanvang van de dienst ingelogd bent. Daarnaast ziet de kantonrechter onvoldoende bewijs dat de programma’s lang duurden om op te starten, zoals de werknemer beweerde, aangezien werkgever een inlogoverzicht had aangeleverd waaruit bleek dat het inloggen slechts 1 tot 2 minuten zou duren.

Het blijft dus voorlopig van geval tot geval verschillend of inlogtijd als werktijd moet worden gezien en derhalve (met terugwerkende kracht) moet worden uitbetaald aan de werknemer. Hopelijk zal de uitspraak van Hoge Raad binnenkort meer duidelijkheid hierover geven. Uiteraard houden wij u hiervan op de hoogte.