De klokkenluider die ruim tien jaar geleden interne belastingdocumenten van zijn werkgever PWC deelde met een journalist, hetgeen bekend is komen te staan als de Luxleaks, heeft recentelijk van de Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) gelijk gekregen.
Het lekken van vertrouwelijke informatie was toegestaan aangezien de klokkenluider handelde in het publieke belang en een bijdrage leverde aan het maatschappelijke debat over multinationals en het (zo min mogelijk) betalen van belasting. In deze baanbrekende uitspraak herhaalt de Grote Kamer van het EHRM de criteria die in 2008 in het Guja-arrest al waren vastgesteld en worden deze criteria verfijnd in het licht van de huidige Europese en internationale context. In het Guja-arrest heeft het EHRM toetsingscriteria vastgesteld om te beoordelen of en in hoeverre een persoon die op zijn werkplek verkregen vertrouwelijke informatie openbaar maakt, zich kan beroepen op de bescherming van de vrijheid van meningsuiting zoals neergelegd in artikel art. 10 EVRM.
Zie ook de noot van Inge de Laat waarin uitgebreider op deze toetsingscriteria wordt ingegaan.
Auteur: Inge de Laat