Uber moet niet-uitbetaalde overuren overmaken aan de voormalige management-assistent van het Amsterdamse hoofdkantoor. Zo oordeelde het Gerechtshof Amsterdam recentelijk in een belangrijke uitspraak waaruit blijkt dat het niet bijhouden van een urenadministratie een werkgever duur kan komen te staan.
Naast het registreren van de openstaande vakantiedagen, is het ook van belang dat de urenregistratie op de correcte wijze gebeurt. In 2019 oordeelde het Europees Hof van Justitie dat de EU-arbeidstijdenrichtlijn inhoudt dat de lidstaten de werkgevers moeten verplichten “een objectief, betrouwbaar en toegankelijk systeem op te zetten waarmee de duur van de dagelijkse arbeidstijd van elke werknemer kan worden gemeten”. In Nederland is dit geïmplementeerd in de Arbeidstijdenwet. Op grond van artikel 4.3 van de Arbeidstijdenwet zijn werkgevers verplicht “een deugdelijke administratie te voeren van de arbeids- en rusttijden”. De wet is niet van toepassing op werknemers die meer dan driemaal het minimumloon verdienen (de uitzonderingsclausule). De onderhavige uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam maakt duidelijk dat het niet bijhouden van een urenadministratie een werkgever, in dit geval Uber, duur kan komen te staan.
Wat speelde er in deze zaak?
De werkneemster is sinds 1 december 2014 bij Uber in dienst getreden voor 40 uur per week, tegen een maandloon van € 4.350,- bruto, exclusief 8% vakantietoeslag en overige emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is het Handboek van Uber van toepassing. In het Handboek is – kortgezegd – bepaald dat de werkneemster verplicht is om incidenteel overwerk te verrichten in de weekenden of feestdagen, indien dat noodzakelijk is voor de goede vervulling van de functie. De vergoeding voor de overwerkuren wordt geacht inbegrepen te zijn in het loon. Op 30 november 2016 neemt de werkneemster telefonisch ontslag. Bij e-mail van 16 december 2016 bevestigt zij de opzegging tegen 31 januari 2017. Vervolgens meldt de werkneemster zich op 22 december 2016 ziek. Bij brief van haar gemachtigde van 15 maart 2017 is Uber – onder meer –verzocht om uitbetaling van gemaakte overuren ten bedrage van € 120.994,– bruto. Bovendien stelt werkneemster Uber aansprakelijk voor de schade die zij lijdt als gevolg van haar gezondheidsklachten. Bij brief van 2 mei 2017 weigert Uber aan dit verzoek te voldoen.
Oordeel Gerechtshof Amsterdam
Het Gerechtshof Amsterdam stelt allereerst vast dat nu het salaris van werkneemster minder dan driemaal het minimumloon bedraagt, Uber de verplichting tot deugdelijke urenregistratie zoals volgt uit artikel 4.3 van de Arbeidstijdenwet jegens haar in acht dient te nemen. Uber heeft echter, hoewel zij daartoe wettelijk verplicht was, geen urenregistratie bijgehouden van de door werkneemster verrichte werkzaamheden, aldus het hof. Nu Uber, nadat zij voor het eerst met een verzoek tot uitbetaling van overuren werd geconfronteerd, ook geen controle heeft toegepast op de door werkneemster geclaimde hoeveelheid uren, en voorts slechts in algemene termen heeft gesteld dat de door werkneemster berekende urenaantallen niet juist konden zijn, heeft zij, naar het oordeel van het hof, de door onderbouwde urenaantallen onvoldoende gemotiveerd weersproken. Omdat partijen expliciet zijn overeengekomen dat overwerk bij het salaris wordt geacht inbegrepen te zijn, komen niet alle geclaimde uren voor vergoeding in aanmerking. Het hof stelt een redelijk aantal uren aan overwerk vast op het maximum dat de Arbeidstijdenwet toestaat, te weten 48 uur per week. Alle door de werkneemster geclaimde uren daarboven, komen voor vergoeding in aanmerking, inclusief een wettelijke verhoging van 15%. Verder komt het hof tot het oordeel dat de werkgever niet voldaan heeft aan haar zorgplicht en dus aansprakelijk is jegens de werkneemster, door de werkneemster meer uren te laten werken dan de Arbeidstijdenwet voorschrijft. De gevorderde verklaring voor recht dienaangaande wordt toegewezen, inclusief een schadevergoeding nader op te maken bij staat.
Tip voor de praktijk
In een geschil met een werknemer waarbij de werknemer meent dat hij bepaalde overuren niet (correct) betaald heeft gekregen, is het aan de werkgever om de werktijdregistratie te overleggen. Doet de werkgever dat niet, dan wordt het door de werknemer gestelde aantal uren als juist geacht. Om eventuele discussies hierover te voorkomen, dient dus – net als de registratie van vakantiedagen – ook de registratie van arbeidsuren correct te gebeuren, met name ten aanzien van werknemers met een salaris dat minder dan driemaal het minimumloon bedraagt.
Auteur: Ilaha Muhseni