Wet Bescherming Klokkenluiders: wat verandert er?

11 maart 2023

Op 18 februari jl. is de (langverwachte) Wet Bescherming Klokkenluiders (WBK) (gedeeltelijk) in werking getreden.

De Wet Bescherming Klokkenluiders implementeert de zogenoemde Europese Klokkenluidersrichtlijn (Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305)) en vervangt de Wet Huis voor Klokkenluiders.

Wat verandert er?

De WBK heeft als doel om melders van misstanden beter te beschermen. De meest in het oog springende wijzigingen van de nieuwe implementatiewetgeving zijn – kortgezegd – voor de praktijk als volgt:

  1. Strengere eisen/termijnen interne meldregeling: bij 50 werknemers of meer moet – kortgezegd – een interne meldregeling zijn opgesteld. Het begrip ‘werknemer’ wordt in dat kader beperkt ten opzichte van de eerdere wetgeving doordat een ‘ondergeschiktheidseis’ en ‘vergoedingseis’ worden toegevoegd om te kwalificeren als ‘werknemer’. Daarnaast kent de wet een aantal vereiste onderdelen, welke in de interne meldregeling moeten zijn opgenomen. Op de melding moet binnen zeven dagen een ontvangstmelding volgen, met registratie daarvan in een daarvoor ingericht register. Daarnaast moet de melder binnen drie maanden na de ontvangstbevestiging informatie krijgen van de werkgever over de beoordeling van zijn melding en hoe hier eventueel opvolging aan is gegeven.
  2. Afschaffing van de verplichte interne melding: direct extern melden mag – onder voorwaarde(n) – ook bij een ‘bevoegde autoriteit’, zoals het Huis voor Klokkenluiders, de Autoriteit Financiële Marken of de Autoriteit Persoonsgegevens. Bij de externe melding behoudt de melding zijn bescherming.
  3. Uitbreiding definitie misstanden.
  4. Uitbreiding kring beschermde melders: iedereen die in een werk gerelateerde context in aanmerking komt met bepaalde informatie wordt beschermd. Dit ziet naast (ex) werknemers, onder andere ook op de aandeelhouder, zzp-er, sollicitant, vrijwilliger, leveranciers, etc.
  5. Uitbreiding benadelingsverbod en verandering bewijslast: eerder ging het om een verbod wat enkel ziet op de benadeling in de rechtspositie van de melder. Onder de nieuwe wetgeving gaat het om een verbod op elke vorm (inclusief poging en bedreiging) van benadeling van de melder, denk bijvoorbeeld aan het weigeren om referenties te geven, pesten, intimideren en uitsluiting. Er is in de nieuwe wetgeving ook een niet-limitatieve lijst van benadelingshandelingen opgenomen. De bewijslast dat de benadeling van de melder geen verband houdt met de melding verschuift en komt bij de werkgever te liggen. Daarnaast kan dit verbod op benadeling ook – onder voorwaarden – bij openbaarmaking (bijvoorbeeld in de media) ingeroepen worden. Onder het benadelingsverbod vallen voorts niet alleen (rechts)personen die een melder bijstaan en voor interne onderzoekers, maar ook familieleden en collega’s die in een werkrelatie staan tot degene tegen wie de melding zich richt.
  6. Overeengekomen zwijgbedingen met een melder zijn nietig.
  7. Uitbreiding medezeggenschapsrechten: naast de ondernemingsraad (OR), voorziet de WBK ook in een instemmingsrecht voor de personeelsvertegenwoordiging (Pvt) (artikel 35c en 35d WOR-nieuw). Als een werkgever geen OR of Pvt heeft ingesteld en daartoe ook niet verplicht is (wat kan voorkomen nu het ‘werknemersbegrip’ van de WOR beperkter is dan in de WBK), dan bepaalt de WBK dat bij de vaststelling van de interne meldregeling de instemming van meer dan de helft van de werknemers nodig is, tenzij de regeling inhoudelijk al is geregeld in een cao.

Meer en uitgebreide(re) informatie is ook hier te vinden.

Wanneer voldoen?

Voor (niet-overheids)werkgevers met meer dan 250 werknemers is het merendeel van de nieuwe wetgeving direct sinds 18 februari jl. in werking getreden. Dit geldt ook voor kleinere organisaties die financiële diensten of producten aanbieden, werken aan het voorkomen van witwassen van geld en terrorismefinanciering, de burgerluchtvaart, maritieme arbeid en havenstaatcontrole en voor bedrijven die werkzaam zijn op het gebied van offshore olie- en gasactiviteiten.

Alle andere (niet-overheids)werkgevers met 50 -249 ‘werknemers’ in dienst, dienen vanaf 17 december 2023 aan de nieuwe vereisten te voldoen. Let er daarbij ook goed op om tijdig de werknemers, Pvt, dan wel de OR, te betrekken en – kortgezegd – hun instemming te verkrijgen.

Auteur: Annemeijne Zwager